Knaagdieren

Cavia's zijn over het algemeen vriendelijke huisdieren. Het zijn groepsdieren en vinden gezelschap leuk. Een vrouwelijke cavia heet een zeugje, een mannelijke een beertje. Beertjes kunnen onderling nogal eens vechten. Castratie helpt daar tegen. Een cavia moet een voldoende groot hok hebben. Als bodembedekking kunnen hooi of houtvezels dienen. Aan stro kan een cavia zich snijden. De bodem moet voldoende zacht zijn, zodat letsel aan de voetzooltjes wordt voorkomen. Verder heeft de cavia behoefte aan een drinkbakje of drinknippel en een ruif voor vers hooi. Zet het hok nooit in de volle zon of in de tocht, omdat cavia's daar slecht tegen kunnen.  De ideale omgevingstemperatuur voor een cavia is rond de 20 graden Celcius.

Cavia's zijn herbivoren. Ze hebben behoefte aan een gevarieerde maaltijd, bestaande uit groenvoer, fruit, ruwvoer en korrelvoeding, aangevuld met vitamine C, omdat de cavia dat niet zelf kan aanmaken. Groenvoer en fruit (andijvie, gras, sla, appel of sinaasappel) moeten dagelijks vers gegeven worden. Kool kan gasvorming in de darmen veroorzaken en is derhalve minder geschikt. Ten alle tijden moet er voldoende ruwvoer (hooi van goede kwaliteit) aanwezig zijn. Daarnaast moet er dagelijks 20-25 gram korrelvoer per dag in een stenen bakje gegeven worden. Liefst staat dit bakje op een verhoging, zodat er geen ontlasting in komt. De benodigde hoeveelheid vitamine C per dag is een half tabletje van 25 mg. Drachtige cavia's mogen de dubbele hoeveelheid.

Cavia's zijn al vroeg vruchtbaar, namelijk al na ruim 30 dagen. Ze kunnen dan ook al vroeg ingezet worden voor de fok. Vanaf vijf maanden kunt u de cavia laten dekken. Pasgeboren cavia's zijn nestvlieders. Ze kunnen meteen lopen en zelfstandig eten, maar het is verstandig om ze drie tot vijf weken de kans te geven bij de moeder te drinken. Maar let op, een beertje van vijf weken kan moeder al weer bevruchten. Haal de biggetjes dus op tijd weg bij de moeder.

De rat is erg geschikt als huisdier. Ze stellen weinig eisen aan voeding en huisvesting en zijn goed zindelijk te krijgen. Tevens zijn ze speels en leergierig en zoeken ze vaak het gezelschap op van de eigenaar. De tamme rat stamt af van de uit Engeland afkomstige bruine rat. Ratten zijn van oorsprong roedeldieren. Wanneer u besluit een rat aan te schaffen kunt u er beter twee of meer aanschaffen. Zo kunnen ze met elkaar spelen. Wanneer u meerdere mannetjes aanschaft is het verstandig deze tegelijkertijd aan te schaffen, daar de territoriale drang dan voorkomen kan worden.

Een rattenkooi moet voldoende ruimte om te bewegen bieden. Ratten zijn dol op klimmen, zodat de mogelijkheid daartoe aanbevolen wordt. Een looprad kan de staart doen beschadigen en wordt daarom afgeraden. De bodembedekking kan het beste bestaan uit papieren korrels, houtsnippers of hooi. In het hooi bouwen de dieren een slaapplaats. Verder dient stof vermeden te worden, daar ratten erg gevoelige longen hebben. De kooi moet minimaal één keer per week schoon worden gemaakt en om de paar weken gereinigd met een desinfectans, bijvoorbeeld soda.

Ratten zijn alleseters. De beste voeding bestaat uit knaagdierenvoer, aangevuld met wat fruit en groente. Ook wat gekookte rijst of aardappel vinden ratten lekker. Ongeschikt voer voor de rat zijn alle vormen van zoetigheid en vet (pinda's). Ratten die te vet eten hebben een lagere levensverwachting.

Moederloze ratten kunnen gevoed worden met een mengsel van het wit van een ei, 100 ml koffieroom en een mespuntje druivensuiker. Elke 2 uur dienen 1-2 druppels te worden gegeven. Dit mengsel is in de koelkast enkele dagen houdbaar.

Tumoren komen veel voor bij ratten. Het zijn in veel gevallen goedaardige tumoren die goed te verwijderen zijn. Een tumor bij de rat betekent dus niet meteen dat er niks meer aan te doen is. Hoe kleiner de tumor, hoe makkelijker deze te verwijderen is.

Ratten zijn prooidieren. Prooidieren zullen niet snel te kennen geven dat ze ziek zijn. Pas als ze heel ziek zijn en ze het nauwelijks meer kunnen maskeren zullen ziekteverschijnselen zoals sloomheid, slecht eten etc. op gaan vallen. Als eigenaar kent u uw rat het best. Bij twijfel is het dier door de dierenarts laten controleren het beste. Wanneer de behandeling in een vroeg stadium van een ziekteproces start, is de kans op herstel het grootst.