Anesthesie

Een grondig vooronderzoek, adequate monitoring tijdens de operatie en geassisteerde recovery zorgen ervoor dat het anesthesie risico tot een minimum beperkt kan worden.

Verschillende ingrepen kunnen op het staande paard uitgevoerd worden. De pijngevoeligheid moet ook tijdens deze behandelingen gecontroleerd worden. Behalve het gebruik van pijnstillers kunnen de zenuwen hiervoor lokaal verdoofd worden.

In de eerste levensmaanden van een veulen vinden er belangrijke fysiologische veranderingen in het functioneren en het metabolisme van de meeste organen plaats. Door deze veranderingen hebben jonge dieren tijdens de narcose specifieke aandacht nodig.

Een paard wordt beschouwd van oudere leeftijd te zijn als ze het 15e jaar gepasseerd zijn, ze worden bejaard genoemd als ze ouder zijn dan 20 jaar. Tijdens het pre-anesthetische onderzoek en de anesthesie wordt er door de anesthesisten speciale aandacht besteed aan de bijzondere risicofactoren die gelden voor deze groep. Door hier van het begin af aan rekening mee te houden kan ook een ouder paard een narcose goed doorstaan.

Het anesthesie risico van een algemene anesthesie kan voor bepaalde ingrepen vermeden worden. Bij een staande anesthesie wordt het paard onder sedatie en een lokale verdoving behandeld.